maandag 26 oktober 2009

Geloof


We hebben een kind op stage die geen bloedtransfusie mag hebben vanwege het geloof. Ik vind het heel goed dat ouders dit aangeven en daarbij uitleg geven.
Zodat wij begrijpen waarom en wat we moeten doen in die situaties. Ik heb voor mij zelf daar geen problemen mee. Maar begrijp hun standpunt wel. Op stage staat ook goed aangeven dat het kind dat niet mag hebben. Dat ligt bijvoorbeeld in een mandje met eigendommen van het kind. En hangt een blaadje in de keuken. Zodat elke pedagagogisch medewerkers op de hoogte is.

2de Stage

Mijn 2de stage is begonnen. We zijn nu ongeveer een 1.5 maand stage aan het lopen. Ik heb het erg naar me zin. Voel me gewaardeerd en in waarde genomen. Ik loop stage op de jongste peuter groep. Ik vind het een leuke leeftijd omdat ze dingen snel leren en dat je veel feedback van de kinderen krijgen. De stage loopt tot 29 jan. Volgende week ben ik jarig en vier ik vrijdags mijn verjaardag op de stage. Ik hoop dat de traktatie aanslaat en lekker is. Ik zit te denken om spekjes met een leuke versiering de om geen te geven.

Wat te doen met een driftbui bij peuters?

Stelling:
Hij schreeuwt de hele supermarkt bij elkaar

Een vader komt naar je toe en zegt:
Jeetje, hoe hou je het de hele dag vol op een kinderdagverblijf? Echt knap, ik zou het niet kunnen. Die Peuters vallen niet mee zeg! De mijne heb ik nu al regelmatig wild schoppend op de grond zien liggen middenin het gangpad van de supermarkt!
De eerste keer stond ik radeloos te kijken, jeetje wat een driftkikker! En natuurlijk was ik niet de enige die stond te kijken. Bovendien hoorde andere winkelende mensen fluisteren... Hoe pak ik mijn zoon het beste aan als hij een driftbui heeft?

Stappen plan
1: De driftbui bespreken met het kind. Uitleggen wat er fout gaat, en besreken dat het negatief gedrag is. Hierbij ook de gevoelens van het kind benoemen en van je zelf.

2: Voor dat je gaat winkelen bespreken wat je gaat doen. Alle stappen doornemen. Zodat het kind weet wat de gaat komen.

3: Bespreken wat het kind na die tijd krijgt als beloning als het geen driftbui heeft gehad.

4: Als het kind alsnog een driftbui krijgt. Je gaat op de hoogte van het kind zitten, vraagt wat er aan de hand is. En legt uit dat hij/zij dingen moet vragen om iets te willen zodat jij het kan begrijpen. Blijft het kind in de driftbui negeer je het negatieve gedrag.

5:Als het vaker voorkomt dat hij/zij geen driftbui meer heeft, belonen.

(presentatie Loes en Anouk)