donderdag 9 oktober 2008

Herfst

Beukennootjes, dennenappels, de kastanjes zijn al bruin.
Gele, groene, rode blaadjes,
honderdduizend op de paadjes,
eikels rollen door de tuin.

Sinaasappels, mandarijnen, kaarsjes in de lampion.
Lichtjes dansen in de regen,
overal je voeten vegen.
O, wat is de dag gauw om.

Warme bedjes, wollen dekens, dag kabouter Wiebelteen.
‘k Ga misschien wel van je dromen.
Vragen of je langs wil komen.
Dan ben ik niet meer alleen.

In de Herfst

In de herfst, in de herfst.
Dan laten de bomen hun blaadjes los.
Dan zoek je weer eikeltjes in het bos.
In de herfst, in de herfst.
In de herfst, in de herfst.
Dan zie je de zon vroeger ondergaan.
En soms mag de kachel al even aan.
In de herfst, in de herfst.
In de herfst, in de herfst.
Dan is het weer tijd voor je regenjas.
En soms stap je ‘plons’ in een diepe plas.
In de herfst, in de herfst.

Herfst in het land

In september komt de herfst in ons land,
Kou in ons land,
brr in ons land.
In september komt de herfst in ons land
En dan is de zomer voorbij.
De wind waait door de straat en ’t bos
En blaast van de bomen de bla’dren los.
Zijn vriend de regen speelt met hem mee,
Oh, wat hebben ze een lol die twee.

Herfst is weer gekomen

Herfst is weer gekomen
Herfst, herfst, herfst
is weer gekomen,
daar komt de wind,
die schudt aan alle bomen,
alle bladeren vallen,
de takken worden kaal,
we trekken onze jassen aan,
ALLEMAAL!

Liedje eekhoorn


Eekhoorn, eekhoorn
Met je lange staartje
Eekhoon, eekhoorn
Spring maat met een vaartje
Tikke takke tonen
Roets in de bomen

Thema tafel tellen

Ons onderwerp voor de thema tafel was tellen.

De was van alles op de tafel te vinden.

De was:
- speelgoed (tel blokken, telraam van vroeger en een speelgoed lieverheerstbeestje die telt)


- Activiteiten (de lagen stencils met opdrachten die te maken hadden met tellen.)


- Knutsel activiteit ( hoe vouw je een hoedje van papier.)


- Een liedje (2 liedjes namelijk 'Hoedje van papier' en 'Tien muisjes'.)


- Boeken ( stonden 3 boeken die met tellen te maken hadden. Het boek 'Allemaal in de file', ‘ Tien kleine eendjes’ en ‘Dikkie dik’.


- Onder aan de tafel hing een poster met het liedje ‘Hoedje van papier’


- Langs de poten hingen de cijfers 0 t/m 9.


- Op het prikbord hingen versierde cijfers met Winnie The Pooh ook 0t/m9 en 4 verschillende liedjes over tellen.


- De tafel zelf was versierd met Winnie The Pooh afbeeldingen.

donderdag 2 oktober 2008

Pesten bij peuters dreumesen

Peuters en dreumesen kunnen elkaar enorm dwars zitten. Regelmatig valt te zien dat ze elkaars speelgoed afpakken, elkaar aan de haren trekken en proberen elkaar te raken met houten blokken. Zoals kinderen alles moeten leren, moeten ze ook leren om met andere kinderen om te gaan. Af en toe ruzie, vechten om speelgoed hoort daarbij.
Heel jonge kinderen kunnen zich nog niet verplaatsen in de gevoelens van een ander. Zij zijn meestal sterk op zich zelf gericht. Als ze een pop willen hebben die net wordt vastgehouden door een ander kind, willen ze deze pop pakken. Dat het andere kind dat niet zo leuk vindt, hebben ze niet in de gaten.
Rond hun derde jaar beginnen veel kinderen door te krijgen hoe ze contact moeten leggen met andere kinderen. Ze merken dat het beter werkt om iets aan een ander kind te vragen dan om het meteen om te duwen. Sommige kinderen doen er lang over om te leren hoe ze met andere kinderen om kunnen gaan.
Kinderen leren het meeste van de oplossingen die ze zelf uitvinden. Dat geldt ook bij het oplossen van ruzies. Het is daarom niet verstandig om kinderruzies meteen te stoppen of de kinderen een kant en klare oplossing aan te bieden. Het helpt wel om kinderen steun te geven als ze er zelf niet uitkomen. Een voorstel om om de beurt met de pop te spelen of samen met alle poppen te spelen, kan kinderen helpen bij het oplossen van hun ruzie om de pop.
Ruzies tussen kinderen van deze leeftijd vallen niet onder het begrip pesten. Bij pesten zijn het steeds dezelfde kinderen die het slachtoffer zijn. Bij kinderen onder de vier jaar speelt dit zelden een rol.


Pesten voorkómen
Als u nu niet te maken hebt met pesten, zult u dit graag zo willen houden.
Hier volgen enkele adviezen om te voorkómen dat uw kind gepest gaat worden, zelf gaat pesten of een meeloper wordt.

- Leer uw kind voor zichzelf en anderen op te komen. Kinderen moeten al op jonge leeftijd nee durven zeggen als ze iets meemaken dat ze niet willen. Geef uw kinderen gelegenheid om in het gezin te oefenen. Moedig uw kinderen aan om tegen elkaar en tegen u te zeggen wat ze wel en niet willen. Leer ze samen overleggen en onderhandelen over oplossingen.

- Leer uw kinderen om hulp te vragen aan u, aan leerkrachten en aan anderen die ze vertrouwen. Laat thuis merken dat u zelf een vraag om hulp serieus neemt. Dat betekent niet dat u de problemen van uw kinderen moet oplossen, wel dat u ze daadwerkelijk steunt bij het vinden van eigen oplossingen.

- Geef uw kinderen de aandacht die ze nodig hebben. Laat merken dat u het belangrijk vindt om te weten wat ze doen en waar ze zijn, zonder ze voortdurend te controleren.

- Laat uw kinderen merken dat ze de moeite waard zijn. Natuurlijk krijgen kinderen ook wel eens kritiek, maar geef ze ook regelmatig een complimentje.

-Probeer conflicten binnen uw gezin op te lossen door er over te praten. Kinderen leren het meest van de voorbeelden die ze krijgen.

- Laat uw kinderen kennismaken met veel verschillende mensen, gewoonten, muziek, enz.. Als u zelf respect en waardering toont voor anderen, leren uw kinderen dat anderen niet 'eng' of 'raar' zijn

- Grijp in als u merkt dat uw kinderen erg agressief zijn of als u merkt dat kinderen systematisch worden buitengesloten.

- Bemoei u zo min mogelijk met de keuze van vrienden en vriendinnen. Laat uw kinderen zelf beslissen met wie ze spelen en wie ze willen uitnodigen.


Verschijnselen die dan veel voorkomen zijn dat het kind:
- Niet meer naar school wil.
- Niets meer over school vertelt.

- Nooit andere kinderen mee naar huis neemt en nooit bij anderen wordt gevraagd.

- Op school slechtere resultaten haalt dan vroeger.

- Vaak dingen kwijt is of met kapotte spullen thuis komt.

- Vaak hoofdpijn of buikpijn heeft.

- Blauwe plekken heeft op ongewone plaatsen.

- Niet wil gaan slapen, veel wakker wordt of nachtmerries heeft.

- Haar of zijn verjaardag niet wil vieren.

- Niet wil buiten spelen.

- Niet alleen een boodschap durft te doen.

- Niet meer naar de club of speeltuin wil gaan

- Bepaalde kleren absoluut niet meer aan wil.

- Thuis prikkelbaar, boos of verdrietig is


oplossen
- Kinderen die worden gepest kunnen beginnen door met hun ouders, leerkrachten of andere vertrouwde volwassenen te gaan praten. Ze kunnen ook om raad vragen, bijvoorbeeld bij de kindertelefoon.

- Andere kinderen kunnen bij hun ouders of leerkrachten aankaarten dat er gepest wordt.
- Ouders kunnen met hun kinderen gaan praten en het probleem met andere ouders, op school of in de speeltuin bespreken.

-Leerkrachten kunnen het pesten als algemeen probleem regelmatig in hun klas bespreken. Ze kunnen proberen in de klas een open en vriendelijke sfeer te creëren. Concrete pestsituaties kunnen ze met de betrokken kinderen bepraten. Samen met hun collega's kunnen ze werken aan een schoolbeleid rond sociale regels en pesten.

- De directie van een school of buurthuis, het bestuur, de ouderraad of de medezeggenschapsraad kunnen de manier van omgaan bespreken en toewerken naar een beleid daarover.

- Begeleiders van groepen, trainers en anderen die te maken hebben met kinderen buiten schooltijd, kunnen het pesten met de kinderen bespreken. Ze kunnen proberen de samenwerking tussen de kinderen bevorderen.

- Anderen, zoals de wijkagent of de schoolarts, kunnen sociale problemen tussen kinderen die zij hebben geconstateerd aan de orde stellen in hun contacten met scholen en buurthuizen. Ook kunnen zij door hun bijzondere positie soms net een andere invloed uitoefenen op de kinderen dan leerkrachten en begeleiders.